1999 Matterhorn dag 02
22.08.99: naar Schönbiel-Hütte
Goed geslapen!
Na een berghuttenontbijt vertrekken we om 06.30 u op pad. Een serieuze klim brengt ons op 3650 m : Col de Valpeline. Dan volgt een prachtige urenlange tocht over de gletsjer : niet zonder gevaren! Onder de stralende hemel verkent Luc voetje voor voetje de ijsvelden.
Rechts van ons verschijnen de Dent D’Herens en de Matterhorn majestueus boven de omliggende gletsjers. Voortdurend komt er van op de top van de Matterhorn een witte wolk te voorschijn, als was het een rokende vulkaan. De lichtdalende tocht over de gletsjer is niet zonder gevaar. Voortdurend duiken er gletsjerspleten op; sommigen minuscuul klein, andere meer dan een meter breed en eindeloos diep. Op een bepaald moment moeten we voorbij een heuse krater; enkele malen springen over een spleet om dan plat op de buik kennis te maken met ijs en sneeuw. Voor Luc loopt dit bijna slecht af, want bij zo’n sprong en duik in de sneeuw verstuikt hij zijn enkel. Op het laatst krijgen we nog een vervelende passage over rotsblokken: een steeds bewegend landschap vermits de ondergrond uit ijs bestaat.
Een laatste klim die ik met een klein hartje aanvat, maar die best meevalt, brengt ons bij de Schönbiel-Hütte 2674 m. Een van de meest prachtig gelegen hutten die we ooit hebben aangedaan. Voor de hut rijst de enorme Matterhorn (4561 m) op, en even verder naar rechts de Dent D’Herens.
‘s Avonds om 20.30 u komt er nog steeds een witte wolk vanaf de top van de berg en baadt hij nog in het licht van de ondergaande zon. Het is 21.00 u en nu ga ik voor de eerste maal naar mijn vrouwtje bellen : “alles goed aan het thuisfront”.