1993 Gran Paradiso dag 05
Vrijdag 20 augustus 1993
Tien voor vijf vertrekken wij naar de top van de Gran Paradiso. Tien na twaalf ’s middags staan wij er op. Tenminste op enkele meters, want de laatste 10 meters lijken mij onoverbrugbaar. De schrik is in mijn benen geslagen wanneer ik langs beide zijden de afgrond zie. Na even vang ik een glimp op van het Mariabeeld dat boven op de top staat. Ik dank haar en sukkel op mijn gat naar beneden. Dat nooit meer!
Met 4 zijn wij aan de top geraakt. Benny koos het zekere en maakte rond de hut een wandeling. Johan haakte vermoeid na 2 uren stappen af aan de V. Emmanuelle-hut. Voor het eerst krijgen wij te maken met de gevreesde hoogteziekte, wanneer Wim plotseling hoofdpijn krijgt en onwel wordt. Eventjes zijn de zenuwen gespannen en wordt besloten zo vlug mogelijk naar beneden te dalen, langs de kortste weg. Recht naar de Chabod-hut, niet zo moeilijk vertelt men ons onderweg. Maar het wordt een verschrikkelijke afdaling. In het begin heel gemakkelijk en snel, maar na een uurtje slaat de schrik om de oren. Hoe dikwijls zal ik het volgende uur een kruisje gemaakt hebben of een weesgegroetje gepreveld voor de goede afloop. De ene spalt of sneeuwbrug na de andere wordt ons voor de voeten geschoven. Meermaals moeten wij elkaar zekeren. Enkele malen zien wij de oneindige diepten van de gletsjerspleten en voelen wij de sneeuw onder onze voeten inzakken. De Luc, die zo moedig zijn 97 kg wegend lichaam omhoog gesleept had tot 4050 m, staat als cordéeleider doodsangsten uit. Maar uiteindelijk sluit hij het huzarenstukje met bravoure af en loodst hij ons op 3 uren en half naar beneden.
Weer blijkt dat in moeilijke omstandigheden de groep een hecht geheel vormt. Geen gemor, geen gezeur, maar schouderklopjes en handdruk na de geslaagde afdaling.
Niet tegenstaande het gevaar, kregen wij prachtige natuurbeelden te zien.
Nooit zag ik de lucht zo blauw, nooit waren de einders zo ver, nooit voelde ik God dichterbij. In de verte zagen wij, omringd door eindeloze bergketens, waarboven de Mont-Blanc uitstak. Werkelijk prachtig.
Zullen wij ooit de bergen definitief vaarwel kunnen zeggen, na zo’n aanblik? Ik denkt het niet!